Iedere pensioenregeling in Nederland kent een franchise. Over het eerste deel van je salaris wordt geen pensioen opgebouwd en dat deel waar je geen pensioen over opbouwt noemen we de franchise. Het is wettelijk verplicht om hier rekening mee te houden.
Wat is het?
Er wordt in de praktijk gesproken over een AOW-franchise of een franchise. In beide gevallen wordt hetzelfde bedoeld.
De franchise spreek je uit als fransjieze. Niet te verwarren met frensjais, zoals we kennen van bijvoorbeeld de McDonald’s en de Hema.
Waarom een franchise bij pensioen?
In Nederland bouw je pensioen op via je werkgever. Dat pensioen is aan aanvulling op de AOW-uitkering die je van de overheid gaat ontvangen. Je krijgt als je met pensioen gaat, dus sowieso een pensioenuitkering. Dat deel hoef je dus niet meer op te bouwen via jouw werkgever.
De hoogte van je pensioenopbouw is gekoppeld aan je salaris. Maar omdat de basis van je pensioenuitkering al een AOW-uitkering is, hoef je dus niet over heel je salaris pensioen op te bouwen. Over het eerste deel hoef je geen pensioen op te bouwen omdat je al AOW krijgt. Dat deel van je salaris waar je geen pensioen over opbouwt, noemen we de franchise. Het deel waar je wel pensioen over opbouwt noemen we de pensioengrondslag.
Hoe hoog is de AOW-franchise?
Er geldt een minimale franchise. In 2025 is de minimale AOW-franchise € 18.475,-. Deze is gekoppeld aan de hoogte van de AOW-uitkering die een gehuwde of samenwonende persoon krijgt. Als de AOW stijgt, dan stijgt ook de minimale franchise.
Het is toegestaan om een hoge bedrag af te spreken. In het verleden (jaren ’70 en ’80 vorige eeuw) was het gebruikelijk om bijna een twee keer zo hoog bedrag te hanteren. De gedachte toen was dat pensioen werd opgebouwd door een werkende man, die kostwinner was. Hij bouwde pensioen op en na pensionering kreeg hij pensioen als aanvulling op zijn eigen AOW en op de AOW van zijn partner. Door een twee keer zo hoog bedrag hield je dus rekening met twee keer de AOW.
Sinds de jaren ’90 zien we een daling in de gemiddelde bedragen en op dit moment hebben de meeste regelingen een franchise rond het minimum.
Hoe lager de franchise, hoe beter. Want hoe lager die is, hoe hoger je pensioengrondslag en dus hoe hoger je pensioenopbouw.
Lees ook:
Waarom het wezenpensioen gaat veranderen in de Wtp
Niet voor partner- en wezenpensioen
Op dit moment wordt voor het ouderdomspensioen en voor het partner- en wezenpensioen met een franchise gerekend. Wanneer jullie pensioenregeling wordt aangepast aan de nieuwe pensioenwet (uiterlijk in 2028) is het voor het partner- en wezenpensioen niet langer verplicht om te rekenen met een franchise. Het partner- en wezenpensioen wordt een percentage van het salaris, dus zonder drempelbedrag.
Berekeningen maken
Hoe werkt dit in de praktijk? Aan de hand van twee voorbeelden leg ik het uit.
Een werknemer werkt fulltime en verdient een salaris van € 44.518,- inclusief vakantiegeld. De franchise is € 18.475,-. De pensioengrondslag is dan € 26.043,- (44.518 -/- 18.475).
Bij een parttimer werkt het net iets anders.
Een werknemer werkt 60% en verdient een salaris van € 30.000,- inclusief vakantiegeld. De franchise is dan € 18.475,- * 60% = € 11.085,-. De pensioengrondslag is dan € 18.915,- (30.000 -/- 11.085).
Aan de hand van deze pensioengrondslagen wordt vervolgens de pensioenopbouw, de pensioenpremie en ook de werknemersbijdrage voor het pensioen berekend.
Werknemersbijdrage
Wanneer je zelf een bijdrage betaalt voor de pensioenregeling, dan wordt die ook vaak berekend aan de hand van de pensioengrondslag. Daarbij kan een afwijkende franchise zijn afgesproken. Hoe hoger deze is, hoe lager de grondslag, hoe minder je zelf moet betalen.
De werknemersbijdrage staat vermeld op je loonstrook en wordt ingehouden op je bruto loon. Vaak is de bijdrage dus een percentage van de pensioengrondslag. Stel de bijdrage die betaald moet worden is 5%, dan betalen de werknemers uit het rekenvoorbeeld € 108,51 (5% van 26.043,- delen door 12) en € 78,81 (5% van 18.915 delen door 12).
Foto: Karolina Grabowska – Pexels.com

Jan adviseert mensen over hun eigen pensioen en die bijna met pensioen gaan of daarover nadenken.
Jan heeft ruime expertise in het geven van pensioenadvies en het uitvoeren van complexe berekeningen. Hij weet ingewikkelde vraagstukken terug te brengen tot de essentie en kan pensioenkwesties helder en begrijpelijk overbrengen.
Jan adviseert iedereen een uur per jaar minimaal te investeren om up-to-date te blijven over je pensioen. Dat klinkt niet als heel veel toch? Wil je er meer over weten, lees dan deze blog.