Deze begrippenlijst biedt een overzicht van belangrijke termen en definities die relevant zijn.
Bekijk onze begrippen
A
Aanbetaling
Een aanbetaling is een betaling die geschiedt voordat de goederen of diensten zijn ontvangen. Dit omvat over het algemeen betalingen voor een contractuele regeling zoals huur, servicecontracten, abonnementen, lidmaatschappen of voor levering van goederen.
Actuariële berekening
Een berekening, waarbij rekening wordt gehouden met de rente en de levensverwachting.
Algemene Ouderdomswet (AOW)
Dit is een ‘pensioenuitkering’ van de overheid en wordt uitgekeerd aan alle ingezetenen. De premie wordt betaald via de inkomstenbelasting. Wanneer je AOW-gerechtigd bent, betaal je geen premies voor de AOW meer.
Altcoin
Altcoins is een verzamelnaam voor alle andere cryptocurrency dan Bitcoin. De naam is ontstaan uit de woorden combinatie alternative bitcoin, oftewel alternative coin.
Algemeen Pensioen Fonds (APF)
Een APF is een pensioenfonds dat pensioenregelingen mag uitvoeren van meer aparte bedrijven. Het vermogensbeheer mag ook gescheiden worden, dat heet dan ‘ringfencing’. Ook mag een collectieve kring voor meerdere werkgevers worden aangeboden. Een APF kan een pensioenaanspraak ook korten, net als een gewoon pensioenfonds.
AOW-korting
Over elk jaar dat je niet in Nederland hebt gewoond (gewerkt), bouw je 2% minder AOW op. Na 10 jaar in het buitenland krijg je dus maar 80% AOW.
AOW-leeftijd
De leeftijd waarop je een AOW-uitkering gaat ontvangen. De AOW-leeftijd in 2021 is 66 jaar en 4 maanden. De komende jaren zal de AOW-leeftijd verhoogd worden naar 67 jaar (2024) en vanaf 2027 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting.
AOW-franchise
Over de eerste circa € 15.000 inkomen wordt geen pensioen opgebouwd. Over dat deel ontvangt iedere Nederlander immers al AOW.
AOW-uitkering
De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een door de overheid geregeld basispensioen voor iedereen die in Nederland woont of werkt. Om in aanmerking te komen voor een AOW-uitkering moet u 67 jaar zijn. De AOW-uitkering wordt uitgekeerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
De AFM houdt toezicht op het ‘eerlijk en transparant’ functioneren van financiële dienstverleners en de kapitaalmarkten, zie www.afm.nl.
B
Begroting
Een begroting is een overzicht van al uw geplande inkomsten en uitgaven. Het laat zien waaraan u denkt uw inkomen te gaan besteden. Om grip te krijgen op uw geld is inzicht in uw inkomsten- en uitgavenpatroon onmisbaar. Een begroting is altijd uniek. Ieder gezin maakt immers andere keuzen, vindt andere uitgaven belangrijk en geeft het geld op een andere manier uit.
Belastingaangifte
Een belastingaangifte, ook wel aangifte, is een verklaring van de belastingplichtige aan de hand waarvan de belasting heffende instantie de verschuldigde belasting kan vaststellen.
Beleggingsportefeuille
Alle aandelen die een belegger in zijn bezit heeft (kan je dit ook aangeven op de app?).
Beschikbare premieregeling
Een pensioenregeling waarbij er een premie wordt toegezegd. De premie wordt belegd, waarbij de totale inleg plus het behaalde rendement uiteindelijk bepalend is voor de hoogte van het pensioen.
Beslag
Beslag op loon, uitkering, vermogen, roerende of onroerende goederen is een dwangmiddel waarmee een schuldeiser de schuldenaar kan dwingen de betalingsverplichting te voldoen. Alleen een deurwaarder kan beslag leggen. Hij mag dat alleen als hij beschikt over een vonnis of een dwangbevel.
Bijzonder partnerpensioen
Partnerpensioen voor de partner die wordt toegekend bij echtscheiding of einde samenwonen. Bij overlijden van de werknemer ontvangt de ex-partner deze uitkeringen.
Bovenmatig pensioen
Dit is het geval als de pensioenregeling niet voldoet aan de fiscale spelregels. De totale waarde van het pensioen is op dat moment belast.
Broker
Een broker is een Engelse term voor beurshandelaar of effectenmakelaar; een tussenpersoon die de handel faciliteert. De broker maakt handelen in beleggingsproducten mogelijk.
Buffer
Deel van het vermogen dat geïnvesteerd kan worden.
BV
Een BV (besloten vennootschap) is een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat de bestuurders in principe niet aansprakelijk zijn met hun privévermogen voor eventuele schulden. U kunt een BV alleen of samen met anderen oprichten.
C
C-polis
Pensioenverzekering waarbij de werknemer de verzekeringnemer (contractspartij), verzekerde én begunstigde is. Dit is altijd een individuele verzekering. Deze kwamen voor tót 2007, maar kennen wel tot op heden een overgangsregime.
CAO
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden staan. Bijvoorbeeld over loon, toeslagen, betaling van overwerk, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen. Een cao geldt voor een grote groep mensen.
Cash flow
In het Nederlands kasstroom, is het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven gedurende een bepaalde periode. Als de uitgaven de ontvangsten overtreffen, wordt van een negatieve kasstroom gesproken. Zijn de ontvangsten groter dan de uitgaven, dan is er een positieve kasstroom.
Commodities
Een commodity is een bulkgoed, een massa-geproduceerd ongespecialiseerd product, veelal een vervangbaar goed als grondstoffen en agrarische producten.
Contante waarde
Het bedrag dat op een bepaald tijdstip aanwezig dient te zijn om rekening houdend met rente en de levensverwachting, in de toekomst jaarlijkse uitkeringen te kunnen doen.
Cryptocurrency
Naast cash geld ontwikkelt zich in een snel tempo cryptovaluta onder het Engelse verzamelwoord cryptocurrency. Het zijn denkbeeldige munten die bestaan uit een unieke reeks van cijfers en getallen.
D
Deeltijdpensioen
Een vorm van pensioen waarbij de werknemer voor het bereiken van de pensioenleeftijd minder gaat werken. Hierdoor daalt het inkomen, dat aangevuld wordt met een deel van het opgebouwde pensioen dat dan dus eerder wordt uitgekeerd dan vanaf de standaard pensioendatum.
Dekkingsgraad
De verhouding tussen het aanwezige vermogen ten opzichte van de pensioenverplichting. Geldt alleen voor pensioenfondsen.
Demotie
Het tegenovergestelde van promotie en houdt in dat een werknemer een lagere functie aangeboden krijgt. Demotie houdt dan vaak in dat de werknemer een lager salaris en eventueel pensioenopbouw heeft, maar dat er vaak ook sprake is van lagere werkdruk.
Deposito
Deposito is het in bewaring geven van geld aan een bank. In die zin is deposito dus een handeling, maar ook het geld zelf dat aldus in bewaring is gegeven, wordt deposito genoemd.
Dividend
Uitkering door een bedrijf aan zijn aandeelhouders.
Doelvermogen
Kapitaal dat op de pensioendatum aanwezig dient te zijn om de jaarlijkse pensioenuitkeringen te kunnen doen. Het doelvermogen wordt actuarieel vastgesteld, dus rekening houdend met sterftekans en intrest.
Doorsneepremie
Alle werknemers betalen eenzelfde percentage van de pensioengrondslag. Jongeren betalen daardoor te veel en ‘halen’ dat pas in als ze na circa 46 jaar ‘te weinig’ betalen. Ook betalen bijvoorbeeld carrièremakers de facto te weinig voor hun pensioen. De relatie premie/pensioen is niet evenredig.
E
Eindloonregeling
Een pensioenregeling waarbij het pensioen is gebaseerd op het laatstverdiende salaris.
Employability
Employability betekent het kúnnen blijven werken. Vaak employability & pensioen; eerder parttime werken om het tot en zelfs na pensioendatum vol te houden.
Erfbelasting
Deze belasting moet betaald worden door de erfgenamen. De hoogte is afhankelijk van de relatie tot de overledene en de hoogte van het bedrag.
ETF
Exchange Traded Funds (ETF's) worden in Nederland, net als indexfondsen, ook wel trackers genoemd. Hiermee kun je op een eenvoudige manier gespreid beleggen in een index. Bijvoorbeeld in de AEX-index, maar ook in indices voor bepaalde bedrijfssectoren of thema's (zoals duurzaamheid).
Estate Planning
Het plannen van de erfenis zodanig dat er zo weinig mogelijk erfbelasting wordt betaald.
F
Faillissement
Het faillissement van een schuldenaar kan worden aangevraagd door een schuldeiser of door de schuldenaar zelf, als de schuldenaar heeft opgehouden te betalen. De rechter bepaalt of de schuldenaar failliet wordt verklaard en wijst een curator toe. De rechter kan de schuldenaar verwijzen naar het minnelijk traject of adviseren een beroep te doen op de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Dit moet dan binnen 8 dagen na uitspraak van het faillissement.
Financiële planning
Het hebben of maken van een plan om de financiën in kaart te brengen en keuzes te kunnen maken met het oog een bepaald (financieel) doel, bijvoorbeeld pensioen.
Flatrate
Eenzelfde pensioenpremie voor iedere werknemer, ongeacht de leeftijd. Dit wordt de nieuwe systematiek vanaf 2022.
Financieel ToetsingsKader (FTK)
De spelregels hoe pensioenverplichtingen door pensioenfondsen gewaardeerd moeten worden. Hoe hoger de gehanteerde rekenrente – het te verwachten rendement – hoe hoger de dekkingsgraad. Een hoger rendement dan op basis van marktrente (risicovrij rendement op staatsobligaties) kan gehaald worden door risicovoller te beleggen.
Forex
Staat voor Foreign exchange oftewel de handel in vreemde valuta.
H
Hedge fund
Een hedgefonds of hefboomfonds is een beleggingsfonds dat open is voor een beperkt aantal investeerders en dat door de financiële autoriteiten wordt toegestaan om een groter aantal strategieën toe te passen dan een gewoon beleggingsfonds. In het algemeen wordt een "performance fee" betaald aan de beheerder.
Hoog/laag constructie
Een vorm van pensioen uitkeren waarbij men er voor kiest om een aantal jaren een hogere uitkering te ontvangen en daarna een lagere uitkering.
Huur
Huren is het gebruik van goederen die aan een ander toebehoren in ruil voor een vergoeding. Worden goederen van een ander zonder vergoeding gebruikt, dan spreekt men van lenen.
Hypotheek
Een hypothecaire lening is een lening waarbij een registergoed (bijvoorbeeld een huis) als onderpand dient.
I
Index
De aandelenindex is het gewogen gemiddelde van een aantal belangrijke aandelen. Vaak zijn dit de grootste aandelen van de beurs.
Inflatie
Inflatie of geldontwaarding is een stijging van het algemene prijspeil in een economie.
Inkoop dienstjaren
Soms kan vrijwillig extra pensioen worden ingekocht. Wie dat betaalt, werkgever of werknemer, maakt fiscaal niet uit.
J
Jubelton 2021
(Groot)ouders mochten tot € 105.302 eenmalig belastingvrij schenken aan hun kinderen voor de aankoop of verbouwing van een woning.
K
Kapitaal
Kapitaal is bezit dat wordt gebruikt om inkomen te verwerven.
Kapitaalverzekering
Een verzekering die op de einddatum een bedrag ineens uitkeert, vaak gebruikt in combinatie met een hypotheek.
Krediet
Een krediet is kapitaal dat wordt verstrekt en waar terugbetaling voor verschuldigd is, met rente.
L
Langlevenrisico
Het risico dat iemand langer leeft dan verwacht en daardoor langer pensioen ontvangt.
Lease
Lease is een huurovereenkomst waarbij een leasemaatschappij een goed (zoals een auto) financiert en verhuurt.
Lijfrente
Een privé pensioenvoorziening die periodiek uitkeert of ineens op basis van een verzekering of een bankrekening.
Long positie
Een positie waarbij een belegger een onderliggende waarde koopt in afwachting van een koersstijging.
Lumpsum
Een eenmalig (afkoop)bedrag ter vervanging van pensioenuitkeringen.
M
Maximaal pensioengevend salaris
Over maximaal € 112.189 mag fiscaal aftrekbaar pensioen worden opgebouwd.
Middelloonregeling
Een pensioenregeling waarbij het pensioen gebaseerd is op het gemiddelde salaris dat een werknemer heeft verdiend.
MijnPensioenOverzicht.nl
Een website waarop alle opgebouwde pensioenen en AOW-rechten van een persoon zijn vermeld.
N
Nabestaandenpensioen
Het pensioen dat na overlijden van een deelnemer wordt uitgekeerd aan diens partner of kinderen.
O
Onderhandse lening
Een lening zonder tussenkomst van een bank, bijvoorbeeld van familie of vrienden.
Opbouwpercentage
Het percentage van de pensioengrondslag waarmee jaarlijks pensioen wordt opgebouwd, vaak 1,875%.
Oudedagsverplichting
Pensioen in eigen beheer dat is omgezet in een bancaire lijfrente, beheerd via een eigen BV of Stichting.
Ouderdomspensioen
Het pensioen dat de werknemer ontvangt vanaf de pensioengerechtigde leeftijd, levenslang uitgekeerd.
Overbruggingspensioen
Een tijdelijke pensioenuitkering totdat de AOW-leeftijd is bereikt.
P
Partnerpensioen
Het pensioen dat wordt uitgekeerd aan de partner bij overlijden van de deelnemer vóór of na pensionering.
Pensioen123
Gelaagde pensioeninformatie: uitleg van pensioenregelingen in verschillende niveaus van detail, zie www.pensioen123.nl.
Pensioen
Pensioen is uitgesteld loon: een deel van het salaris dat wordt gespaard voor uitkering na pensionering.
Pensioen Akkoord
Afspraken over hervormingen van het pensioenstelsel, onder meer in 2010, 2019 en 2020.
Pensioengevend salaris
Salarisbestanddelen waarover pensioen wordt opgebouwd; vaak zonder 13e maand of bonus.
Pensioengrondslag
Pensioengevend salaris minus AOW-franchise. Over dit deel wordt pensioen opgebouwd.
Pensioenindexatie
Aanpassing van pensioenen op basis van loon- of prijsindexen.
Pensioenovereenkomst
De formele afspraak tussen werkgever en werknemer over het opbouwen van pensioen.
Pensioenpremie
De bijdrage die wordt betaald voor de opbouw van pensioen.
Pensioenreglement
Het document waarin de pensioenregeling is uitgewerkt in begrijpelijke taal voor werknemers.
Preferente schulden
Schulden die voorrang krijgen bij een schuldsanering of faillissement.
Premieovereenkomst
Beschikbare premieregeling waarbij een werkgever alleen een premie toezegt, niet een vast pensioenbedrag.
PremiePensioenInstelling (PPI)
Een pensioenuitvoerder die beschikbare premieregelingen uitvoert tijdens de opbouwfase.
Premiestaffel
Overzicht van de premiehoogte per leeftijdsgroep in beschikbare premieregelingen.
Projectierendement
Het verwachte rendement waarmee pensioenuitkeringen worden berekend.
R
Rendement
Winst of verlies op een investering, uitgedrukt als percentage van de investering.
Rentabiliteit
De verhouding tussen inkomen of winst en het geïnvesteerde vermogen.
Rente
De vergoeding voor het uitlenen van geld, betaald door degene die het geld leent.
Reserves
Vermogen dat achter de hand wordt gehouden voor toekomstige verplichtingen of risico’s.
RVU
Regeling Vervroegde Uittreding: een mogelijkheid om eerder te stoppen met werken zonder fiscale boete tot een bepaald bedrag.
S
Schenken
Geld of goederen overdragen zonder tegenprestatie, meestal onderworpen aan schenkbelasting.
Short gaan
Speculeren op een daling van de waarde van een effect door het te verkopen voordat het is gekocht.
Solidariteitsreserve
Vermogen dat pensioenfondsen mogen aanhouden om kortingen en indexaties te stabiliseren onder het nieuwe pensioenstelsel.
Spreiding
Risicobeheer door investeringen te verdelen over verschillende sectoren of activa.
Stamrecht
Een regeling waarbij een ontslagvergoeding wordt omgezet in periodieke uitkeringen.
Sterftetafel
Statistisch overzicht van de sterftekansen per leeftijdsgroep.
Subsidie
Een financiële bijdrage van de overheid om de kosten van producten of activiteiten te verlagen.
Studieverzekering
Een verzekering die een bedrag uitkeert als het kind gaat studeren, tegenwoordig meer sparen dan verzekeren.
T
Testament
Een juridisch document waarin staat wie wat erft na overlijden.
Transactiekosten
Kosten die verbonden zijn aan het uitvoeren van een economische transactie, zoals kopen en verkopen van effecten.
U
Uitkeringsovereenkomst
Een pensioenregeling waarbij het uiteindelijke pensioenbedrag is toegezegd.
Uitruil
Het omzetten van ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen of andersom.
Uitvoeringsovereenkomst
De overeenkomst tussen werkgever en pensioenuitvoerder over de uitvoering van de pensioenregeling.
Uniform Pensioen Overzicht (UPO)
Een jaarlijks pensioenoverzicht dat werknemers ontvangen, gebaseerd op standaardformats.
V
Variabilisering
Het aanbrengen van variatie in de hoogte van pensioenuitkeringen binnen vooraf bepaalde bandbreedtes.
Vaste activa
Bezittingen van een bedrijf die voor een lange periode worden gebruikt, zoals gebouwen en machines.
Verbeterde Premieregeling
Een beschikbare premieregeling waarbij deelnemers kiezen tussen een vaste of variabele uitkering op pensioendatum.
Verlofsparen
Het sparen van verlofdagen uit loon of bonussen, maximaal 100 weken, te gebruiken vóór de pensioendatum.
Vlottende activa
Bezittingen die één productieproces meegaan, zoals voorraden en debiteuren.
Vreemd vermogen
Schulden en verplichtingen van een bedrijf, die terugbetaald moeten worden.
Vrijwillig pensioen
De mogelijkheid voor werknemers om zelf extra pensioen op te bouwen naast het reguliere werkgeverspensioen.
W
Waardeoverdracht
Het overdragen van opgebouwde pensioenrechten bij verandering van werkgever.
Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (Wet VPS)
Regels over de verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding tussen partners.
Wet Toekomst Pensioenen (WTP)
Nieuwe wetgeving die het pensioenstelsel in Nederland moderniseert, beoogde invoering vanaf 1 januari 2022.
Wezenpensioen
Een nabestaandenpensioen dat wordt uitgekeerd aan kinderen van een overleden deelnemer tot een bepaalde leeftijd.
Winst- en verliesrekening
Een financieel overzicht van de opbrengsten en kosten van een onderneming over een bepaalde periode.